Lent ligt midden in een geologisch interessant gebied. In de voorlaatste ijstijd (300.000 – 130.000 jaar geleden) werd het landijs opgestuwd tot in ons gebied en tot ver in Duitsland. Er ontstonden heuvelruggen bestaande uit zachte ondergrond. Deze stuwwallen zijn nog steeds goed zichtbaar en vormen met hun heuvels en dalen tot op de dag van vandaag een boeiend wandelgebied. 

In onze regio zijn drie stuwwallen aanwezig. Er is één plaats waar ze alle drie te zien zijn en dat is op de Waalbrug. Komend vanaf Nijmegen zijn aan beide kanten van de brug, ongeveer 100 meter na het begin van de brugboog, vier sleuven in het fiets/wandelpad aangebracht. Precies vanaf dat punt zijn ze alle drie te zien: Montferland met het kerkje van Elten op de rechter heuvel, Nijmegen/Kleef met op het hoogste punt de Belvedère en de Veluwezoom. Het zijn drie stuwwallen die bij het ontstaan met elkaar verbonden waren en in de vorm van een W in het landschap lagen. Nijmegen is 1000 jaar geleden gebouwd op het middelste puntje van de W (zie kaartje). 

Rijn

In Nederland rukten de ijsmassa’s op tot de lijn Haarlem-Nijmegen. De ijsgrens liep in Duitsland verder in zuidoostelijke richting langs Kleef en Krefeld naar Düsseldorf. De Rijn kon door het dikke ijsfront niet langer naar het noorden stromen en werd vanaf Düsseldorf naar het westen geduwd. Toen het landijs smolt vond de Rijn vanaf Düsseldorf zijn oude loop weer terug omdat deze lager lag dan de afbuigtak. Het Limburgse riviertje de Niers is het overblijfsel van deze eens zo krachtige Rijntak. Het Rijnwater liep vast op de stuwwal tussen Montferland en Kleef en boog daarom af naar het noorden om vervolgens in het IJsseldal terecht te komen.

Pas na de laatste ijstijd (115.000 tot 11.000 jaar geleden) slaagde de Rijn er in de stuwwal tussen Kleef en Elten te doorbreken en grotendeels weg te spoelen

In een volgende ontwikkelingsfase boog de Rijn vanwege de toenemende grind- en zandafzettingen in het IJsseldal af naar het zuidwesten. Een deel van de oostelijke Veluwe-stuwwal spoelde daardoor weg (zie kaartje). Pas na de laatste ijstijd (115.000 tot 11.000 jaar geleden) slaagde de Rijn er in de stuwwal tussen Kleef en Elten te doorbreken en grotendeels weg te spoelen. Het water moest verder en zo werd er ook een bres gaslagen in de stuwwal tussen Nijmegen en Oosterbeek, de linkertak van de W-vormige stuwwal.

Rivierarmen

Na de stuwwaldoorbraken liepen er allerlei rivierarmen en meanders door de Betuwe, Het landschap moet er ongeveer als de huidige Biesbos hebben uitgezien. De situatie bleef zich voortdurend wijzigen. Uiteindelijk zijn door ingrepen van de mens de rivierlopen geconsolideerd en getemd. Veel van de veranderingen die in de loop van de tijd hebben plaatsgevonden zijn aangetoond door middel van grondboringen en pollenonderzoek. Door de informatie over de bodemsamenstelling en de vroegere begroeiing te combineren met de sporen in het huidige landschap kon de ontwikkeling van het gebied nauwkeurig worden gereconstrueerd.

Bron en illustratie: Geopaden op de Stuwwal ISBN 978 5345 486 2

Tekst: Joop Koopman