Rient Ploeger uit Herveld, biedt twee kamers in zijn huis aan als gastkamers voor pelgrims van Wegen met Zegen. Dat hij zijn huis aanbiedt aan wandelaars en fietsers (niet alleen aan deelnemers van onze route maar ook van bijvoorbeeld Vrienden op de Fiets), is niet zomaar. “Ik heb zelf de camino gelopen en werd altijd heel hartelijk ontvangen, na twee keer lopen besloot ik dat ik dat ook wilde betekenen voor wandelaars. En voor wie er nog meer onderdak nodig had.”
Rient vertelt dat zijn favoriete herbergen de zogenoemde ‘donativo’s’ waren. “Daar hing een bus waar je een donatie kon achterlaten. Dat is dan genoeg voor het eten voor de pelgrim die na je komt.” Een van de meer populaire plaatsen was Davids Herberg. ,,Hij kwam bij je zitten of bij de groep en vroeg waarom iedereen op camino was. Daar kwamen al snel veel mooie verhalen uit. Mensen waren nooit oppervlakkig, minstens voorbijgaand.”
De tweede keer dat hij naar Santiago liep, vond hij dit soort contacten extra mooi en waardevol. Vooral omdat hij die keer de as van zijn vrouw Aafke naar Muxia kwam brengen. ,,De eerste keer heb ik de camino met haar gelopen. Dat was prachtig. De tweede keer bracht ik haar terug naar deze plek die voor haar belangrijk was en een mooie herinnering met zich meedroeg.” De eerste keer dat ze samen in Muxia kwamen had Aafke symbolische kleinigheden van vriendinnen en familie meegenomen die van hen weg mochten en een zware lading hadden. Aafke heeft ze in de ‘schoonwassende eeuwige golven’ bij Muxia gegooid. ,,Ze maakte er een soort ceremonie van,” vertelt Rient.
“Toen ik haar vroeg na twee jaar ziekbed wat we met haar as mochten doen, zei ze dat we haar in de wind mochten gooien. Zonder eisen te stellen aan de plek. Maar ik wist dat ze aan Muxia dacht. Dus ik beloofde haar op dat moment om dat te doen.” Op het eind van zijn tweede camino, voegden hun zoons zich bij hem en hebben ze met zijn drieën haar as uitgestrooid. In de wind en in de golven.
Rient vertelt dat hij zijn leven wilde veranderen na die tweede keer. Hij wist alleen niet goed hoe. In eerste instantie wilde hij niet hetzelfde doen als Aafke, die in de palliatieve zorg had gezeten. Toch trok het hem. ,,Naast dat ik nu waak bij mensen in het laatste deel van hun leven, ben ik dus ook door de camino met het zijn van gasthuis begonnen. Ik wil mensen een bepaald vertrouwen geven, een plek om uit te rusten, hun verhaal te doen, op te laden. Om vervolgens weer verder te gaan.”
Hij vindt het een van de mooiste dingen die op zijn pad is gekomen afgelopen jaren en raadt het anderen ook aan. ,,Het kan eng voelen om je huis open te stellen. Maar je krijgt er veel voor terug. Je leert er veel mensen door kennen, hoort hun verhalen. En dat caminogevoel blijft bijzonder.”